Miles Copping

In september worden de codes van de Standaard Bedrijfsindeling (SBI) herzien. Dit gebeurt in zowel Nederland als elders in Europa omdat nieuwe bedrijfsactiviteiten ontstaan en oude verdwijnen. De SBI-codes zijn gekoppeld aan de omschrijving van bedrijfsactiviteiten en worden veel gebruikt in het ruimtelijk economisch werkveld . Ook Bureau BUITEN benut de codes om sectorale ontwikkelingen in beeld te brengen, prognoses te maken en ecosystemen in beeld te brengen. Wij bieden een overzicht van de belangrijkste wijzigingen en de gevolgen voor ons ruimtelijk economisch onderzoek en advies.
Onze observaties in een notendop
|
Er zijn veel SBI-codes bijgekomen die te maken hebben met tussenpersonen en bemiddeling. Dit zijn bedrijven die zorgen voor de koppeling tussen klant en dienst/product/verkoper. Deze groep bedrijven maakt een klein maar (waarschijnlijk) groeiend deel van de economie uit. De diensten van deze ondernemers zijn namelijk vaak schaalbaar en Nederland kent met Booking.com en marktplaats.nl goede (inter)nationale voorbeelden van dergelijke bedrijven. Voor thematisch onderzoek naar deze ondernemers is deze toevoeging aan de SBI-structuur waardevol. In macro-economisch onderzoek en advies blijven deze bedrijven onderdeel van de overkopende sector (zakelijke) dienstverlening.
In de geactualiseerde SBI wordt Informatie en Communicatie uitgesplitst in twee afzonderlijke delen. De (ruimtelijke) vestigingsvoorkeur van beide delen is grotendeels gelijk. De bedrijvigheid is grotendeels gehuisvest in kantoren. In veel ruimtelijke onderzoeken wordt de sector op een hoger abstractieniveau geanalyseerd, namelijk zakelijke diensten. Voor sommige economische onderzoeken is een onderscheid tussen Informatie en Communicatie wel relevant. De economische ontwikkeling en groeipotentie kan namelijk, mede door de opkomst van AI, verschillend zijn tussen beide delen. Het onderscheid tussen Informatie en Communicatie was echter ook op basis van de oude indeling al te maken maar vroeg wel om een maatwerk uitsplitsing.
Wij zijn positief over de formele uitsplitsing van detailhandel en groothandel. De ruimtelijke verschijningsvormen verschillen namelijk sterk, waarbij detailhandel (voornamelijk) in winkelpanden in (winkel/stads/dorp/wijk)centra is gevestigd en groothandel in distributiecentra op grootschalige bedrijventerreinen. Ook de economische ontwikkeling tussen beide delen verschilt. Om bovenstaande redenen werd de sector detailhandel en groothandel daarom door ons al vaak ‘handmatig’ opgesplitst. Dit is met de formele uitsplitsing in de SBI niet meer langer nodig.
In de nieuwe SBI-codering wordt geen onderscheid meer gemaakt tussen reguliere detailhandel en detailhandel via internet. Als reden hiervoor wordt aangedragen dat veel fysieke winkels ook via internet verkopen. Dit betekent wel dat bedrijven die enkel via internet verkopen niet meer zijn te detecteren in data van bijvoorbeeld LISA. Inzichten hierin kunnen wel wenselijk zijn om bijvoorbeeld te sturen op effectief ruimtegebruik op bedrijventerreinen. Hybride winkelformules met ook fysieke winkelruimte zijn hier mogelijk niet wenselijk terwijl bedrijven die enkel via internet verkopen als passend kunnen worden gezien. Ook zogenaamde ‘darkstores’ zijn niet meer te traceren. Door een slimme combinatie met BAG-data kan het onderscheid tussen fysieke en digitale detailhandel alsnog worden verkregen.
Er is in de nieuwe SBI-structuur geen afbakening van circulaire bedrijven. Het CBS geeft in een toelichting bij de nieuwe structuur aan dat het sterk uiteenlopende activiteiten betreft die door de hele economie (en SBI-structuur) verspreid zijn. In onderzoeken naar de transitie naar een circulaire economie blijven we vooralsnog afhankelijk van andere bronnen. Zo heeft het PBL een lijst met SBI-codes die zij in de Integrale Circulaire Economie Rapportage (ICER) gebruiken om circulaire bedrijvigheid te meten. Deze lijst kent echter zijn beperkingen. Aan de ene kant is die afbakening vrij breed: schoonmaakbedrijven, stomerijen en de autogarages vormen een belangrijk deel van de circulaire bedrijven volgens deze afbakening. Tegelijker ontbreken bijvoorbeeld innovatieve circulaire maakbedrijven. Meten en monitoren van circulaire bedrijven blijft dus een uitdaging maar met een combinatie van verschillende bronnen, maakwerkoplossingen en gebruik van AI kunnen wij een goede inschatting maken.
Voor meer informatie neem contact op met Miles Copping, e-mailadres miles.copping@bureaubuiten.nl.