• Energie, circulair en klimaat
  • Ruimtelijke economie en werklocaties

Terugblik kennissessie ruimte voor circulaire economie

Op 15 mei kwam het Lerend Netwerk Circulaire Bedrijventerreinen Zuid-Holland bij elkaar voor een kennissessie over ruimte voor circulaire economie. Jos van Heest, Bureau BUITEN trapte af met een presentatie over de ruimtevraag voor circulaire economie met gemeente Tilburg als voorbeeld.

Jos van Heest, senior adviseur bij Bureau BUITEN, focuste in zijn verhaal op de vraag wat circulaire economie zou kunnen beteken voor bedrijventerreinen. Hij illustreerde dit aan de hand van een inventarisatie die Bureau BUITEN uitvoerde voor Tilburg. Ironisch genoeg adviseerde Van Heest aan het eind van zijn sessie om dit soort inventarisaties toch vooral regionaal uit te voeren. Immers, circulaire economie houdt niet op bij de gemeentegrens. Tilburg liep echter voorop, en wilde met de inventarisatie nu al concrete stappen zetten.

‘Keuzes maken met onzekerheden in zicht’

Een regionale insteek is ook goed om dubbeltellingen te vermijden, zoals voor bedrijventerreinplanning altijd geld. Als één conclusie eruit sprint na het verhaal van Bureau BUITEN is het dat de circulaire economie en daaraan verbonden ruimtevraag ‘best nog onzekerheden heeft’, zoals Van Heest het omschrijft. Ditzelfde geldt voor de PBL-scenario’s omtrent ruimtelijke effecten die best uiteenlopend zijn. Toch is het gezien de ruimtelijke puzzel die op alle schaalniveaus speelt essentieel om de circulaire transitie mee te nemen in ruimtelijke keuzes en beleid. Voor Tilburg hebben ze bandbreedtes en kwalitatieve aspecten van de circulaire ruimtevraag in beeld gebracht, specifiek voor een vijftal focusketens. Hiermee heeft de gemeente meer grip gekregen op het vraagstuk en konden ze aanknopingspunten voor (ruimtelijk) beleid formuleren. Het doel van de exercitie was dan ook te komen tot een bandbreedte van ruimte die in 2035 en 2045 nodig is voor de circulaire transitie.

Top down en bottom up

Voor die inventarisatie ging Bureau BUITEN top down – op basis van generiekere aannames – en bottom up – op basis van bepaalde ketens – te werk. ‘Wat is er nodig om die ketens te sluiten en wat voor ruimtelijke schakels zijn daarvoor nodig? Met name de farmaceutische industrie en de chemische industrie zijn oververtegenwoordigd in Tilburg, naast de aan de logistieke sector gekoppelde verpakkingsindustrie. Een logistieke plastic hub zou een voor de hand liggende circulaire functie kunnen zijn. Maar niet elke gemeente zou zo’n grootschalige plastic hub nodig hebben. ‘Het zou best kunnen dat zo’n faciliteit bijvoorbeeld beter in Waalwijk past.’ Ook hier is waakzaamheid voor dubbeltellingen op z’n plaats. Regionale afstemming is daarvoor noodzakelijk.

Een en ander is ook afhankelijk van het circulaire scenario. Bewegen we richting het scenario ‘mondiaal ondernemen’ of ‘groen land’ met wereldwijde circulaire ketens? Of richting een meer een ‘regionaal gewortelde’ circulaire economie waarbij economische groei niet direct is gekoppeld aan meer materiaalstromen? Dat eerste scenario betekent dat er veel meer ruimte nodig is voor grote clusters, met veel milieuruimte en vervoer over het water. De bandbreedte is verder afhankelijk van ontwikkelingen in materiële consumptie, dominante R-strategieën (verschillende manieren waarop materialen, producten en grondstoffen langer in de economie kunnen blijven en hun waarde behouden), Europees en nationaal beleid en regionale afspraken en lokale positionering.

Al met al kwam Bureau BUITEN voor Tilburg uit op een bandbreedte van 5 tot 17 hectare ruimte die nodig is voor de circulaire economie, tot 2035. ‘Maar reken je niet rijk. Het zou best meer kunnen zijn.’ Daarbij zijn een bouwhub van 2 tot 5 hectare, logistieke ruimte voor opslag, distributie en verwerking van materialen binnen circulaire ketens van 2 tot 10 hectare meegenomen. Maar ook hier plaats Van Heest een disclaimer. De markt zou best veel zelf kunnen oplossen door intensiever ruimtegebruik door bijvoorbeeld te stapelen. Deels is dat al in de cijfers verwerkt.  ‘Het is de reden dat we wat terughoudend zijn.’ Hij lijkt te zeggen: onder druk wordt alles vloeibaar.

Aanbevelingen

Voor Tilburg kwam Bureau BUITEN tot de volgende aanbevelingen:

  • Benut milieuruimte en watergebonden locaties optimaal. Veel circulaire functies – zoals recycling, herverwerking of logistieke overslag – vragen om milieuruimte en liggen idealiter aan het water voor duurzame aan- en afvoer van materialen.
  • Stimuleer hub- en clustervorming van circulaire functies. Denk aan bouwhubs, materiaaldepots of circulaire maakclusters. Deze schaalvoordelen versterken elkaar, zorgen voor efficiënter ruimtegebruik en maken nieuwe bedrijvigheid mogelijk.
  • Zet in op hogere R-strategieën. Activiteiten zoals refuse, reduce, repair en rethink vergen vaak minder fysieke ruimte dan grootschalige recycling- of afvalverwerking en dragen tegelijkertijd sterk bij aan de circulaire doelen. Op lange termijn kunnen ze bovendien ruimte besparen.
  • Ga actief in gesprek met het bedrijfsleven over hun huidige en toekomstige circulaire ruimtebehoefte. Er zijn vaak al ideeën of plannen in de markt, maar die worden niet altijd zichtbaar in beleidsmatige inschattingen.
  • Blijf circulaire ruimtevraag en het aanbod van passende bedrijfsruimte continu monitoren. Verwerk nieuwe inzichten, data en initiatieven systematisch in beleid, zodat de aanpak actueel en effectief blijft.
  • Maak geen onomkeerbare keuzes. Waardevolle bedrijventerreinen zijn schaars. Transformeer deze niet te snel naar andere functies zoals woningbouw, zonder de circulaire potentie en toekomstige ruimtebehoefte goed in beeld te hebben. De circulaire economie vraagt nú om aandacht, ook al is de ruimtevraag nu nog beperkt zichtbaar.

Belangrijke keuzes en dilemma’s voor gemeenten:

  • Prioritaire ketens: Kies als gemeente of regio bewust welke circulaire ketens en sectoren je wilt faciliteren. Dat kunnen bouw, chemie, verpakkingen, landbouwreststromen of textiel zijn, afhankelijk van je profiel.
  • Type ruimtevraag: Bepaal welke ruimtelijke schakels binnen die ketens je wilt accommoderen – van logistieke hubs tot demontage- en reparatiebedrijven.
  • Eigen rol gemeente: Kies hoe actief je als gemeente wilt zijn in het stimuleren van circulaire economie. Zeker in de bouw (eigen vastgoed, aanbestedingen) kun je als overheid een voortrekkersrol spelen.

Hoe kun je als gemeente of regio aan de slag?

  • Krijg grip op de circulaire ruimtevraag, bijvoorbeeld via een snelle scan op ketens, activiteiten en ruimtebehoefte.
  • Maak keuzes inzichtelijk: welke dilemma’s en kansen doen zich voor?
  • Bepaal je ambities: op welke ketens, circulaire schakels en R-strategieën wil je inzetten?
  • Breng benodigde instrumenten en handelingsperspectieven in beeld, zoals aanpassing van bestemmingsplannen, inzet van gronduitgifte of stimuleringsregelingen.
  • Borg je ambities en acties in lokaal en regionaal beleid.
  • Tot slot: de schaal van de circulaire economie en de beweging van materiaalstromen overstijgt vaak de gemeentegrens. Daarom is het logisch én noodzakelijk om deze opgaven regionaal op te pakken, in samenwerking met omliggende gemeenten, provincies en regionale ontwikkelingsmaatschappijen.

Bekijk hier de presentatie over ruimte voor circulaire economie.

Meer informatie?

Neem contact op met Jos van Heest, jos.vanheest@bureaubuiten.nl.

Bron: SKBN