Nanne van der Struijs

Welvaart omvat veel meer dan alleen economische groei, zoals de toename van het aantal banen of het bruto regionaal product. Het is ook van groot belang dat het welzijn van mensen wordt meegenomen. Steeds meer gemeenten en regio’s streven naar Brede Welvaart, waarbij ecologische, sociaal-maatschappelijke en economische aspecten in balans zijn.
Er is een woningtekort in Nederland. Om in de vraag naar woningen te voorzien wordt door overheden gekeken naar de mogelijkheden van transformatie van leegstaand bedrijfsvastgoed op bedrijventerreinen. Het kan hierbij gaan om permanente transformatie, maar ook om tijdelijke flexwoningen. Enerzijds wordt het woningtekort tegengegaan, maar anderzijds is ruimte voor werken nodig. Een tekort aan geschikte bedrijfsruimte kan de lokale en regionale economie negatief beïnvloeden. Gemeenten staan voor de keuze of ze ruimte willen bieden voor transformatie van bedrijventerreinen in hun beleid.
Geen grote effecten op dit thema. Mogelijkerwijs zullen studenten verder moeten reizen voor een stage als de bedrijven zich elders vestigen.
Verkleint mogelijk de diversiteit in het type werk dat in een gemeente wordt geboden. Banen die traditioneel op bedrijventerreinen zijn gevestigd verdwijnen (o.a. industrie, logistiek en groothandel). Zorgt ook voor een afname van ruimte voor werk en daarmee mogelijk voor een afname van de economische welvaart.
Zorgt voor een afname van inclusiviteit van de stad doordat werken minder bereikbaar wordt; het vergroot de afstand tot werk.
Geen grote effecten op dit thema. Wel een aandachtspunt: bij gedeeltelijke transformatie dient de programmering, locatie van nieuwe woningen en infrastructuur goed overwogen te worden om gevaarlijke (verkeers)situaties te voorkomen.
Verlaagt (in theorie) de druk op de woningmarkt.
Enerzijds wordt de afstand tot werk vergroot. Anderzijds kan de realisatie van nieuwe woningen bijdragen aan de bereikbaarheid van andere voorzieningen.
Verbetert mogelijk de leefomgeving van de omliggende gebieden, denk aan geluids-, vervuiling-, trillings- en stankoverlast.
Geen grote effecten op dit thema. Aandachtspunt zou kunnen zijn dat het voorzieningenniveau moet worden heroverwogen door het vertrek van bedrijven en de komst van nieuwe woningen.
Er is al jarenlang sprake van een groei van het aantal recreanten en toeristen en daarmee ook een groeiende druk op recreatiegebieden. Een juiste balans tussen natuur, recreatie en toerisme en een prettige leefomgeving is van belang. Toerisme en recreatie dragen positief bij aan de omgeving, de economie én de samenleving. De negatieve effecten willen we voorkomen en minimaliseren. Het is tijd voor ‘waardevol toerisme’, waarbij draagkracht van samenleving en omgeving in balans zijn met de impact van toerisme en recreatie.
Beleving van natuur heeft een educatieve betekenis. Maar effecten op de onderwijsvoorzieningen zijn klein.
Meer kansen voor economische bedrijvigheid. Denk aan een grotere afzetmarkt voor bijvoorbeeld horeca, verhuur en overnachtingen.
Een positief effect in verband met stimuleren van beweging doordat toegankelijkheid en recreatiemogelijkheden toenemen.
Geen grote effecten op dit thema. Mogelijk licht negatief effect op de verkeersveiligheid.
Zowel positief en negatief mogelijk. Positief effect doordat toegankelijkheid en recreatiemogelijkheden toenemen. Mogelijk negatief effect door bezoekers voor bewoners/omwonenden.
Mogelijk negatief effect wanneer verkeersbewegingen de draagkracht overschrijden.
Risico op negatief effect op de natuurwaarden.
Mogelijk hoger voorzieningenniveau door groter aantal (potentiële) gebruikers. Omvang afhankelijk van omvang gebied en bezoekersstroom.
Het kabinet wil dat de Nederlandse economie in 2050 circulair is. Deze transitie economie gaat gepaard met een verandering en waarschijnlijke toename van de ruimtevraag. Enerzijds zijn er minder productiefaciliteiten nodig. Anderzijds zal er meer vraag komen naar bedrijfsruimten met een hoge milieucategorie voor recyclingactiviteiten en naar locaties voor opslag van teruggebrachte materialen.
Geen grote effecten op dit thema. Mogelijkerwijs biedt dergelijke bedrijvigheid interessante stageplaatsen voor studenten (en banen voor afgestudeerden).
Vitale/cruciale sectoren voor de (toekomstige) economie kunnen de ruimte krijgen; de circulaire economie vraagt zeker de komende jaren om milieuruimte (PBL, 2023). Dit draagt ook bij aan de algemene (regionale) economie en werkgelegenheid.
Mogelijk risico op schadelijke effecten voor de gezondheid.
Mogelijk negatieve effecten op de (verkeers)veiligheid.
Minder ruimte voor wonen, want gaat niet samen en is gebonden aan wet- en regelgeving (o.a. milieuhindercontouren).
Sterk afhankelijk van hoe de bedrijvigheid gepland wordt. Enerzijds kan het extra (vracht)verkeer opleveren waardoor de bereikbaarheid negatief wordt beïnvloed. Anderzijds kan hmc bedrijvigheid aan vaarwater de druk op het wegverkeer verminderen.
Verlaagt kwaliteit van de leefomgeving in termen van o.a. geluid, verkeer en woningwaarde. Ook in de omgeving kunnen negatieve effecten worden ervaren in termen van stank, natuur en waterkwaliteit. Op de lange termijn een positiever effect doordat steeds meer ketens circulair i.p.v. lineair worden.
Mogelijkerwijs zijn er gevolgen voor het voorzieningenniveau in/rondom het terrein waar industriële bedrijvigheid zich huisvest.
Inzetten op zero-emissiestadslogistiek: steeds meer gemeenten zetten in op een schone binnenstadslogistiek door in 2025 zones in te voeren waar alleen nog maar emissievrije voertuigen (elektrisch of op waterstof) mogen komen. Door de zero-emissiestadslogistiek (ZES) wordt de uitstoot van teruggebracht en wordt een bijdrage geleverd aan de doelen van het Klimaatakkoord. Tegelijkertijd komt er met name voor ondernemers (in de logistiek) van alles kijken bij deze beleidskeuze: aankopen/leasen van emissievrije voertuigen, deels aanleggen van laadinfrastructuur en het organiseren van overslag in de stadsranden (kleinschalige lokale distributiecentra). Gemeenten staan de voor de keuze of en in welke mate zij dit willen faciliteren, denk aan de omvang van de zero-emissiezone, de termijn waarop deze wordt ingevoerd en hulp die wordt geboden aan ondernemers.
Geen grote effecten op dit thema.
Grote impact op vervoersbedrijven die alleen nog met emissievrije voertuigen de stad in mogen. Deze voertuigen zijn over het algemeen kleiner en een beperkte laadcapaciteit. In en om de stad zullen dus cityhubs ingericht moeten worden, waar overslag kan plaatsvinden.
Positieve effecten op de gezondheid, omdat de uitstoot van CO2, stikstof en fijnstof wordt teruggebracht.
Minder grootschalig vrachtverkeer heeft gevolgen voor de (verkeers)veiligheid in binnensteden. Tegelijkertijd zullen er meer emissievrije en stillere voertuigen voor in de plaats komen.
Geen directe effecten op dit thema, zie wel de toelichting bij het thema duurzame leefomgeving.
Grote gevolgen voor de bereikbaarheid. In plaats van regulier en over het algemeen grootschaliger vrachtverkeer in de binnenstad verwachten we meer kleinschalig emissievrij vrachtverkeer. Verder is de bereikbaarheid van cityhubs waar overslag plaats vindt van belang, met daarbij als aandachtspunt de laadinfrastructuur bij die cityhubs én in/om de binnenstad.
Kwaliteit van de leefomgeving wordt verbeterd, want er is minder geluids- en stankoverlast van regulier vrachtverkeer. Op de plekken waar cityhubs worden ingericht zijn mogelijk nadelige gevolgen voor de duurzame leefomgeving.
Geen grote effecten op dit thema.