Nieuws

Grote economische impact en onzekerheid door coronauitbraak

Grote economische impact en onzekerheid door coronauitbraak

De gevolgen van het coronavirus laten hun sporen achter in de economie. De komende weken belichten de adviseurs van Bureau BUITEN in een reeks artikelen welke effecten zij zien en verwachten. Effecten op de economische sectoren, ruimtelijke economie, toerisme en recreatie, Europese samenwerking en duurzaamheid zijn een aantal thema’s die aan bod zullen komen. We anticiperen op wat we zien gebeuren en wat er te wachten staat.

In dit eerste artikel gaan Joost Hagens en Rutger van Raalten in op de economische impact en onzekerheden door de coronauitbraak.

De wereld is in de ban van het COVID-19 virus. Ook in Nederland heeft het coronavirus een flink deel van het normale leven tot stilstand gebracht. Dit heeft forse economische gevolgen.

In de eerste plaats zijn er sectoren die geheel of gedeeltelijk zijn stilgelegd, zoals de evenementenbranche, leisure, de horeca en de luchtvaart. Nationaal en internationaal toerisme is vrijwel tot nul gereduceerd. Doordat er minder kan/mag worden gevlogen, ontstaan er ook distributieproblemen voor bijvoorbeeld de sierteeltsector. Die is voor ca. 90% export-georiënteerd. Ook andere sectoren, met name in de industrie en groothandel, lopen aan tegen distributieproblemen, zowel voor de inkoop als de afzet.

Consumenten en bedrijven trappen op de rem

Vraaguitval is de tweede component. Consumenten en bedrijven trappen op de rem met hun bestedingen en investeringen. En dat geldt zowel voor de binnenlandse vraag als de vraag vanuit het buitenland. Met name voor grotere consumentenuitgaven – bijvoorbeeld auto’s en huizen – is de verwachting dat die markten flink worden geraakt. Het consumentenvertrouwen is al gedaald, wat een voorbode is van afnemende bestedingen (zie verderop in dit artikel). Door de forse daling van de beurskoersen dalen de vermogens, wat ook een rem op de consumptie zet.

Sterke doorwerking op de arbeidsmarkt en in de ketens

Op de arbeidsmarkt werkt dit natuurlijk door. De flexibele schil van de arbeidsmarkt, uitzendkrachten en ZZP’ers, ondervindt als eerste de gevolgen. Tijdelijke contracten worden minder verlengd en omgezet naar vast. Vacatures worden ingetrokken. En ondanks de noodmaatregelen en steunpakketten zullen er meer bedrijven failliet gaan en mensen hun baan verliezen. Dat leidt tot een daling van reële inkomens en dat zet de bestedingen verder onder druk. Doordat de dekkingsgraad van de pensioenfondsen verder onder druk is gekomen (en de rekenrente nauwelijks hoger is geworden), kunnen ook de pensioenen nog worden verlaagd.

De directe effecten voor de verschillende bedrijfstakken werken in de economie door in de indirecte effecten. Als Europese autoproducenten de vraag uit Azië zien afnemen, bestellen ze ook minder auto-onderdelen bij Nederlandse toeleveranciers, die op hun beurt hun inkoop reduceren etc. Soms zijn er ook gedeeltelijke compenserende maatregelen: de inkoop van eten en drank door de horeca is stilgevallen, maar wordt – voor de voedingsindustrie althans – deels gecompenseerd doordat we meer inkopen bij de supermarkten en dergelijke. Daarbij is uiteraard wel sprake van een verschuiving tussen sectoren en bedrijven. In een analyse van ING – overigens van begin maart en daarmee alweer enigszins achterhaald – worden negatieve effecten verwacht in vrijwel alle bedrijfstakken. De agrarische sector, de bouw, de overheid en de zorg komen er nog het beste vanaf. In een nieuw artikel dat wij deze week publiceren gaan wij dieper in op de impact op de sectoren.

Een herschikking in de samenleving

De afgelopen weken hebben Nederlanders zich massaal achter de zorg, supermarktmedewerkers en andere vitale beroepen geschaard. Veelal beroepen in sectoren die al jarenlang te maken hebben met bezuinigingen. Kim Putters van het SCP verwacht dat dit effect niet tijdelijk zal zijn, maar dat een grote crisis kan leiden tot een herschikking in de samenleving, met daarin een herwaardering voor vitale beroepen, andere omgang met elkaar, betere voorzieningen voor kwetsbaren en ouderen en een verbetering van de positie van ZZP’ers. Overheidsinvesteringen kunnen daarbij resulteren in een groei in banen in het onderwijs, zorg en veiligheid, die mogelijk gevuld kunnen worden door ZZP’ers (weer) in vaste dienst te nemen.

Consumentenvertrouwen omgeslagen

Begin maart zat het nog goed met het vertrouwen in de economie. De maandelijks enquête van het CBS onder consumenten en producten liet een stabiel consumentenvertrouwen en een groeiend producentenvertrouwen, beiden boven het langjarig gemiddelde. Hoe snel de uitbraak van het coronavirus daar verandering in kan brengen wordt duidelijk uit cijfers van het ING: tussen 12 februari en 20 maart is het consumentenvertrouwen omgeslagen (zie onderstaand figuur). Dit lagere vertrouwen zal de consumptie over de breedte drukken. Bij een korte recessie zal waarschijnlijk nog wel een inhaaleffect op deze grote uitgaven te zien zijn later in het jaar, in een langer en dieper economisch dal zal uitstel ook vaker tot afstel leiden. Uitgaven aan dagelijkse boodschappen kenden een sterke stijging in de eerste weken van de uitbraak (‘het hamstereffect’), maar zullen naar verwachting normaliseren. Sterkere stijgingen worden verwacht in de uitgaven aan medische, financiële en zakelijke diensten, waaronder aan de middelen voor werken op afstand.

Laag vertrouwen in buitenland werkt door op Nederlandse export

Internationaal gezien lijkt Nederland overigens wel bij de landen te horen waar de meeste mensen nog vertrouwen hebben in het behoud van hun baan: in een enquête van Ipsos gehouden tussen 19 – 21 maart geeft 64% van de Nederlanders aan te verwachten dat het virus geen negatieve invloed zal hebben op hun baan of bedrijf. In het zwaar getroffen Italië ligt dit percentage op nog geen 37% en ook bij onze oosterburen vreest meer dan de helft van de inwoners voor de gevolgen. Onderzoek van Eurostat tussen 26 februari en 23 maart laat eenzelfde beeld zien, met een dramatische daling van het vertrouwenscijfer van de industrie, dienstensector en consumenten (de sterkste daling in 35 jaar), waarbij het vertrouwen in het buitenland (al) een stuk verder is afgenomen dan in Nederland.

De coronacrisis zal ook het vertrouwen in de internationaal handel aantasten. Moeten we wel zoveel spullen importeren uit het buitenland? Heeft de internationale verbondenheid er niet juist voor gezorgd dat het coronavirus zich zo snel en zo hevig zich heeft kunnen verspreiden? We zien in een aantal landen dat deze sentimenten al worden gebruikt voor een (nog) sterker nationalistisch en protectionistisch geluid: zo sprak Trump al over het ‘Chinavirus’ en bestempelde reizigers uit de Schengenzone als grote verspreiders van het virus in de Verenigde Staten. President Orban van Hongarije grijpt het virus aan om meer macht naar zijn partij toe te trekken.  Indirect zal het lagere vertrouwen en protectionisme doorwerken in de logistieke ketens en ook de Nederlandse export gaan raken.

Vier recessiescenario’s

Het CPB publiceerde recent de resultaten van een scenarioverkenning naar de gevolgen van de coronacrisis. Een recessie is onvermijdelijk, maar de diepte en lengte ervan hangen met name samen met de duur van de beperkende maatregelen. Bij een relatief korte duur van 3 maanden, voorziet het CPB een krimp in 2020, gevolgd door een relatief sterk herstel in 2021. Maar duren de beperkingen langer, dan kan de krimp in 2020 fors zijn (tot afgerond -8%) en ook in 2021 nog tot negatieve groei leiden. Cumulatief voorziet het CPB in het somberste scenario een krimp van 10%.

Daaromheen zijn er nog grote onzekerheden. Zo is de pandemie in Europa (hopelijk) op of dichtbij zijn ‘hoogtepunt’, maar ijlt de ontwikkeling in de VS hier wat op na, met Zuid-Amerika en Afrika op een nog wat grotere vertraging. Met name de ontwikkelingen in de VS, waarmee Nederland intensieve handels- en investeringsrelaties heeft, kunnen tot een extra negatieve impact leiden en de periode waarover het virus zijn impact heeft langer maken. Bureau BUITEN constateert dat daarmee de twee gunstige CPB-scenario’s al bijna buiten beeld raken.

Anders dan bij de crisis in 2008 raakt deze coronacrisis in eerste instantie niet aan de fundamenten van het economisch systeem. Zoals de CEO van de Rabobank het formuleerde: “Toen waren we (de banken) onderdeel van het probleem, nu zijn we een deel van de oplossing”. Als op langere termijn de krimp zich vertaalt in een toename van faillissementen, wordt ook de financiële sector geraakt.

Waar zit het perspectief?

In de eerste plaats zijn overheden, zowel internationaal als nationaal, dit keer opvallend snel met reddingspakketten. De Nederlandse overheid komt met ruimhartige maatregelen, waarbij ook de ZZP’ers zijn meegenomen. Snelheid is ook geboden, omdat bij het vrijwel volledig wegvallen van omzet bedrijven snel kunnen omvallen, met alle gevolgen van dien.

Er zijn natuurlijk ook bedrijfstakken die maar beperkt worden geraakt of die zelfs een groei in omzet zien, zoals de supermarkten, online retail, ICT-bedrijven die op afstand werken faciliteren en bedrijven die specifieke medische apparatuur leveren of actief zijn in het ontwikkelen van medicijnen/vaccins. Sommige economen vullen ook bij de zorg als geheel een plus in, maar ook in delen van de zorg is de productie noodgedwongen op een veel lager pitje gezet.

Eén van de neveneffecten is dat een groot deel van werkend Nederland nu veel meer gebruik maakt van reeds beschikbare technologie voor op afstand werken en communiceren. Met reductie van reistijd kan dat zelfs tot productiviteitsverbetering leiden en in ieder geval zorgen voor een geringere druk op het milieu. Voor bijvoorbeeld de vastgoedsector en de zakelijke reisbranche kan dat overigens ook negatieve effecten op langere termijn hebben: misschien hebben we wel behoefte aan (nog) minder kantoren of moeten die in ieder geval aan andere eisen gaan voldoen (nog meer ontmoetingsplek dan klassieke werkplek) en wie weet gaan we een deel van onze zakenreizen wel permanent vervangen door online alternatieven.

De crisis maakt ook de nodige creativiteit los, die weer een voedingsbodem voor nieuwe bedrijvigheid kan vormen. Ook kan bezinning op supply chains en reshoring een impuls betekenen voor smart industry; zie bijvoorbeeld de initiatieven om met inschakeling van de Universiteiten in Twente en Delft versneld tot ontwikkeling en productie van beademingsmachines te komen. Er zijn meer ketens en producten waar een strategische heroriëntatie in combinatie met nieuwe productie en logistieke mogelijkheden kansen bieden.

De crisis als kans, dat voert te ver zeker voor die ondernemers en werknemers die nu hard worden geraakt, maar deze crisis is een echte zwarte zwaan met een tijdelijk karakter. We kunnen als maatschappij een stootje lijden en met onze ondernemingszin en creativiteit komen we er vast weer bovenop.

Het volgende artikel in de reeks gaat in op de coronacrisis in gemeenten en hoe houden we de lokale economie in stand.

Meer informatie?

Heeft u vragen over dit artikel neem dan contact op met Joost Hagens, e-mailadres joost.hagens@bureaubuiten.nl

 

 

 

Neem contact op

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Bureau BUITEN
Wittevrouwensingel 100
3514 AM Utrecht, Utrecht