Project

Kleinschalige verblijfs-accommodaties aan de Hollandse Plassen

Kleinschalige verblijfsaccommodaties aan de Hollandse Plassen

Meerdaagse (sloep)vaartochten bieden het Hollandse Plassengebied interessante kansen. Om hieraan een impuls te geven, willen overheden en ondernemers graag inzicht in de mogelijkheden voor het realiseren van kleinschalige verblijfsaccommodaties op en aan het water. In samenspraak met en op verzoek van gemeenten en ondernemers heeft provincie Zuid-Holland Bureau BUITEN opdracht gegeven om onderzoek te doen naar de mogelijkheden voor het realiseren van kleinschalige overnachtingslocaties op en aan het water.

Partijen willen kansen voor meerdaags varen benutten

Overheden en ondernemers in het Hollandse Plassengebied zien kansen om de plassen verder te ontwikkelen als aantrekkelijke bestemming voor (water-)recreatie en toerisme. Provincie Zuid-Holland heeft begin maart 2022 het Programma Waterrecreatie gepubliceerd, met ‘gastvrije en beleefbare plassen’ als één van de speerpunten. De plassen zijn beperkt in omvang en met elkaar verbonden door een netwerk van kleine waterwegen. Dit maakt het gebied bij uitstek geschikt om zich verder te ontwikkelen tot sloepenparadijs. Volgens watersportexpert Rob Vrolijks is het Hollandse Plassengebied landelijk zelfs het meest aantrekkelijke gebied voor sloepvaren. Specifiek zien partijen kansen voor het stimuleren van meerdaags varen, waardoor recreanten langer op en rondom de Hollandse Plassen verblijven en er meer besteden.

Realisatie kleinschalige accommodaties blijkt in de praktijk lastig

Om een impuls te geven aan het meerdaags varen, is verspreid over het gebied een netwerk van kleinschalige overnachtingslocaties op of aan het water nodig, op een aantal uren varen van elkaar. Dit in verband met de beperkte afstand die een e-sloep kan afleggen. Er zijn diverse ondernemers met innovatieve ideeën voor nieuwe accommodaties. Door (de omgang met) bestaand beleid en wet- en regelgeving op het gebied van ruimtelijke ordening en natuur, en de procedures voor vergunningverlening, is het in de praktijk lastig deze ideeën te realiseren. Er is behoefte aan meer duidelijkheid over wat er binnen bestaand beleid en wet- en regelgeving wel en niet kan, aan meer consistentie in beleid en regelgeving tussen overheden onderling én aan een set van concrete handvatten voor de uitvoering.

Geografische en inhoudelijke focus

Het onderzoek richt zich op de Kagerplassen, het Braassemermeer, de Langeraarse Plassen, Nieuwkoopse Plassen en Reeuwijkse Plassen. Het gaat daarbij om gemeenten Nieuwkoop, Kaag en Braassem, Teylingen, Alphen aan de Rijn en Bodegraven-Reeuwijk. De resultaten van het onderzoek kunnen vervolgens worden uitgerold in het hele Hollandse Plassengebied. Het onderzoek richt zich vooral, maar niet uitsluitend, op de mogelijkheden voor dobberhuisjes en overnachten bij de boer/ hergebruik van vrijkomende agrarische bebouwing (VAB’s).

Volop dynamiek rondom het realiseren van kleinschalige verblijfsaccommodaties

Uit het onderzoek blijkt dat beleid en wet- en regelgeving ruimte bieden voor het realiseren van kleinschalige accommodaties, maar dat hiervoor wel een zorgvuldige afweging nodig is. Voor veel spanningen en knelpunten zijn oplossingsrichtingen aangedragen, maar de wenselijkheid en haalbaarheid daarvan moet nog verder worden verkend. Bij een groot aantal partijen is er enthousiasme en bereidheid om daarmee verder te gaan, maar er zijn ook partijen met bedenkingen. De meest concrete oplossingsrichtingen – waarmee de grootste winst kan worden geboekt – zien we op het gebied van communicatie:

  • Tussen beleidsafdelingen en overheden onderling: het gesprek met elkaar aangaan over wat wel en niet wenselijk is, meer afstemming zoeken en aanvragen integraal bekijken.
  • Tussen overheden en initiatiefnemers: open het gesprek aangaan over de mogelijkheden, aangeven wat een initiatiefnemer kan verwachten en één aanspreekpunt creëren gedurende het proces.

Hoe nu verder?

Oorspronkelijk zou het onderzoek worden afgerond met het opleveren van een rapport met concrete handvatten voor de uitvoering. Een belangrijke conclusie van het onderzoek is echter dat bestaande wet- en regelgeving onder voorwaarden best mogelijkheden bieden, maar dat daarbij altijd sprake is van maatwerk. Daarnaast is gebleken dat er vooral een grote opgave is op het gebied van communicatie binnen de eigen organisatie en met andere (overheids-)organisaties. Volgens de begeleidingsgroep is er daarom meer behoefte aan het behandelen van een aantal concrete casussen om tot een lerende maatwerkaanpak te komen, die vervolgens breder kan worden toegepast en uitgerold over het Hollandse Plassengebied. Vervolgacties worden opgepakt door de (gemeenten in de) regio.

Meer informatie

Neem voor meer informatie contact op met Adriana Stam, e-mailadres adriana.stam@bureaubuiten.nl