Nieuws

Coronacrisis vraagt om Europese samenwerking

Coronacrisis vraagt om Europese samenwerking

De coronacrisis heeft een heftige impact op het dagelijkse leven wereldwijd.  De sterke mondiale verbondenheid, zichtbaar in internationale handel en toerisme, draagt bij aan de wereldwijde verspreiding van het coronavirus. Tegelijkertijd blijft de aanpak van het virus in eerste instantie een nationale aangelegenheid, waarbij elk land zijn eigen strategie en maatregelen kiest.

Ook Bureau BUITEN merkt dit in de dagelijkse werkzaamheden. De Europese projecten die wij in de uitvoering ondersteunen zijn uiteraard ook getroffen door coronamaatregelen. Het ondersteunen van klanten over de grens kan alleen nog maar vanuit huis. Projectmeetings kunnen alleen nog online plaatsvinden, we testen software voor webinars en online brainstorms, zodat stakeholdermeetings in aangepaste vorm kunnen doorgaan. Juist in deze context vallen de verschillen tussen nationale maatregelen op. In dit artikel van Emma Klever en Anneke van Mispelaar duiden wij de gevolgen van de coronacrisis voor Europese samenwerking.

Elk land zijn eigen corona-maatregelen

Aangezien volksgezondheid een nationale bevoegdheid is – binnen de Europese Unie blijft dit een zaak van de lidstaten – is een nationale aanpak logisch en sluit deze aan op de wisselende situaties, mogelijkheden en verwachtingen binnen elke lidstaat. Maar een strikt nationale aanpak gaat ook voorbij aan de realiteit van open grenzen en grensoverschrijdende handel en diensten. Met name binnen Europa en specifiek de Schengenzone is de onderlinge verbondenheid groot, die nu opeens teniet wordt gedaan door grensblokkades, uiteenlopende maatregelen en wisselende regelingen voor bedrijven en sectoren.

Het verschil in nationale maatregelen, zorgt naast onduidelijkheid en bevreemding, ook voor onveilige situaties, omdat mensen de nationale maatregelen negeren en de grens oversteken. Bijvoorbeeld Luxemburgers die in België naar de kapper gingen terwijl dat in eigen land niet meer mogelijk was, en Belgen die in Nederland naar het café gingen omdat ze bij hen gesloten waren. De verschillen tussen nationale maatregelen dragen bij aan de onduidelijkheid en zijn lastig uit te leggen aan burgers in beide landen.

Het gebrek aan gestroomlijnde informatie-uitwisseling kan daarin een rol hebben gespeeld. Pas nadat het coronavirus ook in Europa opdook, hebben ministers op Europees niveau afspraken gemaakt over gecoördineerde informatie-uitwisseling. Terwijl het virus zich uiteraard niets aantrok van grenzen. Hierdoor was het lastig om mensen die in contact waren geweest met een besmet persoon over de landsgrenzen heen te traceren. Denk bijvoorbeeld aan de Nederlandse wintersporters die, besmet door een barman in Oostenrijk, pas enkele dagen na terugkomst  in Nederland symptomen kregen. Mogelijk is door deze drempel in informatie-uitwisseling een onvolledig eerste beeld van besmettingen ontstaan.

Europese aanpak

Dat de Europese Unie geen bevoegdheid heeft op het gebied van volksgezondheid wil overigens niet zeggen dat er geen Europese aanpak is opgesteld voor de coronacrisis. Voorzitter van de Europese Commissie Ursula van der Leyen coördineert de gezamenlijke Europese respons, die momenteel bestaat uit:

  • Lidstaten meer ruimte geven om de economie te ondersteunen, zowel door het verruimen van de norm voor overheidstekorten, als flexibelere regels voor staatssteun;
  • Directe financiële steun aan lidstaten, o.a. door het Corona Response Investment Initiative en het Europese Solidariteitsfonds (nu voor natuurrampen);
  • Gecoördineerde grensmaatregelen, zoals een tijdelijke inreisbeperking voor niet-Europeanen en ondersteuning voor Europeanen die gestrand zijn in het buitenland;
  • Maatregelen om specifieke sectoren te ondersteunen, o.a. luchtvaart, goederentransport, MKB en onderzoek naar steunmaatregelen voor de toerisme en horeca sector;
  • Ondersteuning voor de bestrijding van het coronavirus, o.a. middels onderzoek, bijhouden van voorraden medicijnen en medische hulpmiddelen en het aanleggen van een Europese voorraad aan medisch materiaal, dat vervolgens over de lidstaten wordt verdeeld.

Een deel van deze maatregelen kan de Europese Commissie zelfstandig beslissen en uitvoeren, maar uiteindelijk is de Europese Unie zo sterk als haar lidstaten, die maatregelen moeten goedkeuren. Gevoeligheden werden zichtbaar bij het overleg van de Europese Raad over het inzetten van aanvullende financiële middelen en gezamenlijke obligatieleningen voor de eurozone (eerder ‘eurobonds’ getiteld, nu ‘coronabonds’).  Het nemen van een beslissing is, als typisch Europees compromis, twee weken vooruit geschoven.

Naast overleg op Europees niveau wordt er ook constructief samengewerkt tussen (buur)landen. Zo nemen Duitse ziekenhuizen momenteel coronapatiënten op uit Italië, Frankrijk en Nederland op hun intensive care. De Europese Centrale Bank onderneemt daarnaast actie om de Europese economie te ondersteunen in de vorm van een opkoopprogramma van obligaties en goedkope leningen voor banken.

Coronaeffect op Europese samenwerking

De voorgenoemde maatregelen van de Europese Commissie brengen, met al hun beperkingen, wel een Europese aanpak tot stand aanvullend op nationale maatregelen. Nieuwe afspraken over samenwerking binnen de Europese Unie komen vaak tot stand als antwoord op concrete en acute uitdagingen waar lidstaten gezamenlijk voor gesteld worden. Door de coronacrisis wordt alvast een stap gezet tot samenwerking rond informatie-uitwisseling, gedeelde medische voorraden en het beschikbaar maken van fondsen voor gezondheidscrises. Dit zorgt voor een infrastructuur die later opnieuw én sneller kan worden ingezet om eenzijdige maatregelen te voorkomen.

Maar tegelijkertijd brengt de coronacrisis ook zorgen met zich mee die Europese solidariteit en samenwerking verder kunnen ondermijnen. Door de crisis als gevolg van het coronavirus komen tegenstellingen binnen de Europese Unie op scherp te staan. Zo is er de clash rond de inzet van het ESM en ‘coronabonds’ tekenend. Daarnaast kan het (al lang lopende) conflict met Hongarije op scherp komen te staan, over de inperking van de macht van het parlement nu de regering een noodtoestand voor onbepaalde tijd instelt. Ten derde is er de precaire situatie van vluchtelingen in overvolle kampen in Griekenland. De gevoeligheid van dit thema in de Europese politiek heeft nog niet tot actie geleid om een corona-catastrofe daar te voorkomen.

Europese evaluatie van deze crisis

De omvang en de gevolgen van de coronacrisis, waar we nu midden in zitten, zijn nog niet in te schatten. De impact zal zonder twijfel lang voelbaar blijven, persoonlijk, economisch maar mogelijk ook in Europese samenwerking. Het moment van deze crisis is in één opzicht wellicht gunstig: de Europese Unie stelt dit jaar de meerjarenbegroting 2021 – 2027 vast. Hoewel de voorstellen al geruime tijd op tafel liggen is het goed voor te stellen dat de budgettaire prioriteiten nu ook in het licht van de coronacrisis worden ingevuld, met ruimte voor investeringen in getroffen sectoren, wetenschappelijk onderzoek naar infectieziekten of het versterken van (informatie-)infrastructuren op het gebied van zorg. Zo zal er de komende jaren ook aandacht zijn het versterken van de nu opgebouwde infrastructuur (coördinatie van maatregelen en protocollen) en wellicht een evaluatie van het beleid in de verschillende landen. Totdat de volgende crisis de politieke agenda weer overneemt.

Uiteindelijk zijn wij allemaal gebaat bij samenwerking rond infectieziektes, zodat we deze effectiever kunnen voorkomen en bestrijden. Het is een illusie om te denken een besmettelijk virus aan de grens kan worden gestopt. Dat volksgezondheid een nationale bevoegdheid is staat niet ter discussie, maar ons gezonde verstand laat zien dat een aanvullende Europese aanpak effectief kan zijn.

Laten we, zodra de coronacrisis ‘onder controle’ is, daarom goed kijken welke lessen kunnen worden getrokken uit de evaluatie van de aanpak van deze crisis. Het verschil in aanpak per lidstaat en de ervaringen om tot een Europese aanpak te komen, geven ongetwijfeld genoeg stof om gezamenlijk van te leren. Op basis hiervan kunnen nieuwe afspraken worden gemaakt voor beleidscoördinatie op de gebieden waar dit een toegevoegde waarde heeft. Zodat de volgende crisis niet hoeft te beginnen met eenzijdige maatregelen, maar meteen gezamenlijk kan worden aangepakt.

Meer informatie?

Wilt u meer informatie over dit artikel of over Europese projecten en programma’s neem contact op met Anneke van Mispelaar, e-mail anneke.vanmispelaar@bureaubuiten.nl.

Op 23 april organiseren wij een online masterclass over de nieuwe Europese programmaperiode. U kunt zich hier aanmelden.

Neem contact op

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Bureau BUITEN
Wittevrouwensingel 100
3514 AM Utrecht, Utrecht