Green Economy belangrijk onderwerp voor coalitieakkoorden

Nederland is volop bezig met de transitie naar een groene economie. Dat is een flinke opgave, waarin overheden, bedrijfsleven, onderwijs en kennisinstellingen samen moeten optrekken. Voor de ruimtelijke, sociale en technologische aspecten van de energie – en circulaire transitie is terecht – al veel aandacht. Een ruimtelijk-economische aanpak ontbreekt echter nog. Gezien de grote opgaven en de economische kansen is hiervoor meer aandacht nodig in lokaal en regionaal beleid. Bureau BUITEN roept de lokale politiek op om het thema Green Economy als belangrijk thema mee te nemen in de nieuwe coalitieakkoorden.

Flinke transitieopgave met ook (ruimtelijk-)economische consequenties

De energietransitie krijgt steeds meer vorm. De regionale energiestrategieën (RES’en) gaan richting uitvoering. In de Cluster Energie Strategieën (CES) hebben de nationale industrieclusters plannen gemaakt om de broeikasgasuitstoot te verminderen, waarbij elektriciteitsinfrastructuur, evenals nieuwe infrastructuur voor de productie, transport en uitwisseling van waterstof, en voor de afvang en opslag van CO2 belangrijke en urgente vraagstukken zijn. Er wordt daarnaast toegewerkt naar een volledige circulaire economie in 2050 en er worden maatregelen getroffen om de leefomgeving, en daarmee de economie, klimaatadaptief en toekomstbestendig te maken. In de komende vier jaar zal er in veel gemeenten dan ook meer aandacht dan ooit zijn voor de grote transities waar we als land voor staan. Dat is ook nodig, want de opgaven zijn groot. Die opgaven zijn niet enkel ruimtelijk, technologisch op sociaal van aard, maar er zijn ook grote ruimtelijk-economische opgaven.

Wat bedoelen we met ‘Green Economy’?
In rapporten, het nieuws en in artikelen worden begrippen als circulaire economie, duurzaamheid en Green Economy veelal en door elkaar gebruikt. Onder Green Economy verstaan wij drie componenten: een koolstofarme economie, een grondstofefficiënte economie en een economie die gezond is voor mens en dier. Voor een koolstofarme economie is onder meer inzet nodig op efficiënter omgaan met energie, het opwekken van duurzame energie, slimme energiesystemen, afbouwen van fossiele grondstoffen, duurzame mobiliteit en een energieneutrale gebouwde omgeving. Een grondstofefficiënte economie vraagt onder andere om het herbenutten van reststromen en het voorkomen van verspilling, circulair produceren, en het gebruik van biobased materialen. Tot slot is ook ecologisch verantwoord ondernemen/produceren, met zo laag mogelijke milieu-impact  (in termen van luchtkwaliteit, geur, lawaai) en oog voor het welzijn van mens en dier onderdeel van de Green Economy. Een breed begrip met meerdere facetten, maar daarbinnen ook veel keuzemogelijkheden. Niet alles kan en moet op elke plek. Integendeel, het benutten van kansen in de ‘green economy’ is ook een kwestie van scherp kiezen en prioriteren.

Ten eerste leunt een belangrijk deel van onze economie nog volop op fossiele grond- en brandstoffen. Regio’s met een groot aandeel werkgelegenheid in de agrifood (nu nog veelal ‘lineair’ in plaats van circulair), de procesindustrie, (fossiele) energiewinning en de chemie zijn erg kwetsbaar. Er dreigen in de komende decennia veel fossiele banen te verdwijnen. Er is behoefte aan een nieuwe, duurzame economie. Dit vraagt om stevige regionale samenwerking, innovatie en economische stimulering. Ten tweede heeft de klimaattransitie grote gevolgen voor de regionale arbeidsmarkt. De transitie dreigt te worden vertraagd door het grote tekort aan technisch geschoold personeel, dat door de energie – en circulaire transitie steeds verder toeneemt. Tegelijkertijd dreigen groepen op de arbeidsmarkt ‘de boot te missen’ en niet mee te komen met de grote veranderingen die de transitie met zich meebrengt.

Ten derde dreigt de energietransitie – maar vooral ook de circulaire transitie – vast te lopen op een gebrek aan geschikte ruimte voor bedrijven. In de transitieperiode functioneren lineaire en circulaire waardeketens naast elkaar, en is er eerder méér dan minder (milieu)ruimte op bedrijven- en haventerreinen nodig (voor de opslag, uitwisseling, en herbenutting van reststromen en -producten), terwijl de ruimte voor bedrijventerreinen onder invloed van de woningbouwtransitie al fors onder druk staat.

Kansen voor economische ontwikkeling

Tegelijkertijd gaat de transitie naar een ‘green economy’ ook gepaard met grote economische kansen. Met de veranderingen die optreden (van fossiele naar duurzame brandstoffen in de industrie, mobiliteit en gebouwde omgeving, van lineaire naar circulaire waardeketens) ontstaan nieuwe kansen. Gemeenten en regio’s die nú werk maken van de ‘green economy’, werken aan een toekomstbestendige economie op de lange termijn. Een aantal economische kansen op een rij:

  • Nieuwe werkgelegenheid gerelateerd aan de energietransitie. Denk aan het verduurzamen van de gebouwde omgeving, de installatie en onderhoud van duurzame energieproductie (zonnevelden, windmolens), innovatie op het gebied van nieuwe vormen van duurzame energieopwekking (geothermie, aquathermie, getijdenenergie, etc.).
  • Innovatie op het raakvlak van digitalisering en industrie (smart industry/industry 4.0, slimme energiesystemen, etc.).
  • De biobased economy: van fossiele naar biogebaseerde grondstoffen. Hier wordt bijvoorbeeld in de Circular Biobased Delta al volop werk van gemaakt.
  • Benutten van kansen in de groene waterstofeconomie: productie, nieuwe toepassingsmogelijkheden (in industrie, mobiliteit, …). Deze kans is slechts voor enkele regio’s in Nederland (o.a. Zeeland, Rijnmond, IJmond, Noord-Groningen door ligging aan zee en nabij groene energieproductie) van toepassing.
  • Sociaal aspect: mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt om- en bijscholen voor een baan ten behoeve van de energietransitie (bv. installatie, verduurzaming van woningen) of de transitie naar een circulaire economie (bv. een ‘circulaire werkplaats’).

Om deze kansen te verzilveren is er inzet vanuit het bedrijfsleven, EU, Rijk en regio nodig. Maar lokale overheden hebben zeker ook sturingsmechanismen. Allereerst is het van belang om lokale en regionale kansen in beeld te krijgen. Iedere gemeente en regio heeft unieke eigenschappen, draagt op een andere manier bij aan de transities en heeft verschillende kansen om te benutten. Als de kansen in beeld zijn, is het van belang om samen met het bedrijfsleven – dat leidend is in het benutten van economische kansen – en andere relevante stakeholders focus te kiezen en duidelijke en gedragen keuzes te maken. De gemaakte keuzes worden vervolgens doorgevoerd in beleid en concrete acties. Dit is een integrale opgave waarbij veel verschillende thema’s relevant zijn en waarbij alle relevante beleidsvelden betrokken zijn.

Transitie naar Green Economy: aan de slag met thema’s

Inzet op Green Economy kan zich op verschillende thema’s en projecten richten. We geven hieronder een aantal voorbeelden van relevante thema’s om op lokaal niveau mee aan de slag te gaan.

Meer weten?

Wilt u meer hierover weten neem dan gerust contact op met Jos van Heest, e-mailadres jos.vanheest@bureaubuiten.nl